
Straatzorg in magazine GERS

Op de foto wilde Marlieke Ridder niet alleen. Want straatarts bén je niet alleen. In de dag- en nachtopvang, de Pauluskerk, de vrouwenopvang; overal werkt ze zij aan zij met collega-artsen, verpleegkundigen, doktersassistenten, stagiaires en een gastheer. Samen zorgen ze voor de meest kwetsbaren van de stad: mensen zonder dak boven hun hoofd, zonder zorgverzekering. Mensen die háár spreekuur wel weten te vinden, soms gebracht door veldwerkers.
Dat ze nu fulltime straatarts is, was niet haar plan. Ooit combineerde ze dit werk met haar baan in een reguliere huisartsenpraktijk. Maar een dag per week op straat werd al snel een gewetenskwestie. “Iedere patiënt verdient aandacht, maar de nood op straat… dat zet alles in een ander perspectief.”
Scheurbuik
Ze ziet van alles. Infecties door gescheurde handen van het graaien in vuilnisbakken. Gesneden aan een roestige spijker of een scherp blikje. Longontstekingen, hepatitis, hiv. Zelfs scheurbuik, een ziekte die in Nederland allang verdwenen had moeten zijn. Huidproblemen, kanker, diabetes. Alles komt voorbij. Alleen medische zorg is niet genoeg; vertrouwen winnen is minstens zo belangrijk. Veel patiënten worstelen met verslaving, psychiatrische problemen of een verleden vol misbruik. “Een vast gezicht, dat is het grootste goed. Een warm, amicaal contact. Iemand zien, zonder oordeel.”
Slow care
Soms begint dat contact met iets kleins. Zoals de man die crème wilde voor een huidprobleem. Marlieke wist dat hij verslaafd was aan crack, maar zolang híj dat niet besprak, liet ze het rusten. Elke maand gaf ze de man zijn crème. “Hij was bang voor mannen. Later ontdekte ik dat dat kwam door een slechte relatie met zijn vader. Dus zorgde ik dat er alleen vrouwen bij het spreekuur waren. Hij had een gehoorbeschadiging, wat verklaarde waarom hij altijd zo hard praatte. Je leert echt iemands handleiding kennen.” Na jaren vertrouwen winnen, gebeurde het. Hij zei dat hij wilde afkicken. Nu is hij clean. Heeft een huis. “Vorige week heb ik samen met hem een bed uitgezocht. Die rol pak ik ook. Dit is slow care.”
De veerkracht van haar patiënten blijft haar inspireren. “Het zijn prachtige mensen. Ze hebben veel meegemaakt, maar slaan zich erdoorheen met een flinke dosis humor. Geen dag is hetzelfde, en geen dag ga ik zonder een keiharde lach naar huis.” Die dynamiek drijft haar. “Als kind leerde ik al: ziek is ziek. Of het nou mentaal of fysiek is. Dat onderscheid maak ik niet. Verslaving is ook een ziekte. Dat maakt mijn werk complex, maar ik hou van ingewikkeld. En bij deze patiënten spelen er altijd vijf dingen tegelijk. Het is nooit ‘gewoon’ een lichamelijke klacht. Het is puzzelen om iemand vooruit te helpen, en dat vind ik geweldig.”
Te laat
Maar er zijn ook frustraties. Patiënten komen vaak te laat, als hun gezondsheidssituatie al slecht is. Geen zorgverzekering, geen adres, en dus geen toegang tot hulp. Bankslapers kunnen zich niet verzekeren. Terwijl een postadres via de opvang of gemeente dat probleem zou oplossen. “En er ís een subsidieregeling voor onverzekerden en ongedocumenteerden. Veel huisartsen betalen zorg uit eigen zak, terwijl basiszorg gewoon wordt vergoed. Dat moeten meer mensen weten.” Haar team doet meer dan dokteren. Ze ondersteunen ook ziekenhuizen tijdens opnames. Zoals die keer dat een man met een ernstige schouderinfectie steeds wegliep. Hij dacht dat hij nergens recht op had, was al meerdere keren uit zijn huis gezet en gleed steeds verder af. Operaties mislukten, keer op keer, omdat hij steeds verdween. Tot Marlieke en haar team hem vonden. Met hem praatten. Hem vertelden dat er wél een huis voor hem was. Alles veranderde. Hij bleef. Kreeg de zorg die hij nodig had. Zit nu in een traject om een woning te krijgen.
Meer dan genezen, meer dan behandelen. Dit is dokteren met geduld, vertrouwen en een open blik. “Samen puzzelen om iemand vooruit te helpen. En als dat lukt… dát gevoel is onbetaalbaar.”